Skip to main content

Antibiotica beleid bij osteosyntheses, protheses en wervelkolom instrumentaties

Antibiotica beleid bij osteosyntheses, gewrichtsprothesen en wervelkolom instrumentaties

 

1.    Perioperatieve antibiotische profylaxe 

a)     Osteosyntheses (fracturen en deformiteiten) 

-       Tijdens anaesthesie inductie: 2 gram cefazoline (Kefzol) iv eenmalig (bij kinderen: 50 mg/kg)

-       Bij allergie: 600 mg clindamycine iv eenmalig

 

b)    Protheses en spondylodeses

-       Tijdens anaesthesie inductie: 2 gram cefazoline (Kefzol) iv (bij kinderen: 50 mg/kg) 

-       Continueren 4 dd 1 gram cefazoline (Kefzol) gedurende 24 uur post-operatief 

-       Bij allergie: 600 mg clindamycine iv bij anaesthesie inductie. Continueren 3 dd 600 mg clindamycine iv gedurende 24 uur post-operatief 

 

2.   Open fracturen

-       Alle open fracturen: 2 gram cefazoline (Kefzol) iv eenmalig + gentamicine 4-6 mg/kg iv eenmalig op SEH

-       Gustillo graad 1-2: geen verdere antibiotica noodzakelijk

-       Gustillo graad 3: continueren 4 dd 1200 mg augmentin iv gedurende 5 dagen + gentamicine 1 dd 4-6 mg/kg iv gedurende 2 dagen (tijdens IC opname: ceftriaxon 1 dd 2 gram i.v. + metronidazol 3 dd 500mg iv/po i.v.m. SDD beleid)

 

3.   Therapie bij bewezen of hoge verdenking infectie

a)     Empirische therapie (1e keus direct postoperatief bij onbekende verwekker)

-       Start zsm na afname kweken (géén perioperatieve profylaxe toedienen)

-       Vancomycine continue iv via pomp: oplaaddosis o.b.v. gewicht, vervolgdosering o.b.v. nierfunctie, volg protocol TDM vancomycine doseringen onder "middelen". Streefspiegel 20-25 mg/L, eerste spiegel op dag 1 na start bij continue toediening.

-       Versmallen ogv kweken (in overleg met arts-microbioloog/internist-infectioloog én hoofdbehandelaar/staflid)

 

b)     Hoelang behandelen?

-       Bij alle patiënten starten i.v.

-       Daarna oraal uitbehandelen indien:

  • determinatie en antbiogram bekend
  • infectie onder controle
  • wond droog en sufficiënt
  • geen nieuwe ingreep op korte termijn verwacht

o  Indien geen materiaal meer in situ: totale behandelduur 6 weken (fixateur pennen en K-draden tellen niet mee)

o  Indien materiaal in situ blijft: totale behandelduur 12 weken 

 

c)      Rifampicine

-       Pas starten bij aangetoonde gevoeligheid van pathogeen voor rifampicine (2 dd 450 mg iv)

-       Nooit toepassen als monotherapie ivm resistentievorming die dan optreedt bij het pathogeen

Let op:

  • Alleen toepassen bij droge, sufficiënte wonden
  • Behandeling met rifampicine uitstellen en overleggen met hoofdbehandelaar/staflid bij weke delen defect met blootliggend materiaal (inclusief VAC therapie) en/of geplande re-exploratie op korte termijn (voor “2nd look”)

 

4.   Aandachtspunten kliniek

a)    Alle langdurig iv antibiotica zoveel mogelijk via centraal veneuze lijn. Bij trauma chirurgische patiënten: CVL (voorkeur subclavia); bij orthopedische patiënten: PICC-lijn.

b)    Lab afnemen en vervolgen:

  • Bij vancomycine: klinisch bij aanvang en vervolgens wekelijks ureum/kreatinine + 2-3 x per week vancomycinespiegel. Poliklinisch 1 x per week vancomycine spiegel en ureum/kreatinine.
  • Bij rifampicine: klinisch bij aanvang, na 1 week en vervolgens twee wekelijks ASAT/ALAT/AF. Poliklinisch 1 x per maand ASAT/ALAT/AF. NB: een initiële stijging gedurende de eerste weken van behandeling komt vaak voor, zie hiervoor het farmacotherapeutisch kompas.