Overslaan en naar de inhoud gaan

Iv/orale switch

Wanneer switchen naar orale therapie?

  • Patiënt is hemodynamisch stabiel en de verschijnselen van de infectie zijn sterk verbeterd:
    • Geen hypotensie, tachycardie of tachypneu;
    • Klinische bevindingen en/of laboratoriumparameters voor inflammatie laten een duidelijke tendens tot normaliseren zien
  • Patiënt kan orale medicatie innemen (of enteraal via sonde) en er is geen aanwijzing voor malabsorptie
    • Gelijktijdige inname van aluminium- of magnesiumbevattende antacida, sucralfaat, calcium-, bismut-, zink- en ijzerzouten en polymere fosfaatbinders (sevelameer, lanthaancarbonaat) verminderen de resorptie van ciprofloxacine, moxifloxacine en tetracyclines.
    • ​Het gebruik van hoge dosering of sterk werkzame opiaten kan de opname van antibiotica vertragen.
  • Switch bij voorkeur op geleide van de kweekuitslag.
  • Neem bij twijfel contact op met de arts-microbioloog/internist-infectioloog

 

Indicaties die in aanmerking komen voor een vroege switch:

  • Luchtweginfectie, inclusief HAP
  • Urosepsis en pyelonefritis
  • Intra-abdominale infectie, tenzij ongedraineerde abcessen
  • Huid- en wekedeleninfectie
  • Artritis, osteomyelitis, spondylodiscitis: aanvullende  IV/orale switch criteria:
    • Geen S. aureus bacteriemie
    • Eventuele wond droog en sufficiënt
    • Geen nieuwe (chirurgische) ingreep op korte termijn verwacht
    • Een oraal antibioticum dat adequaat is voor de behandeling van artritis en/of osteomyelitis is beschikbaar

 

  • Overleg bij twijfel met een arts-microbioloog/internist-infectioloog.
  • In de regel is orale therapie niet mogelijk bij CZS-infecties (o.a. meningitis, intracraniële abcessen) en endocarditis.