Overslaan en naar de inhoud gaan

Reserve middelen

Reservemiddelenlijst UMC Utrecht

  • Vanwege het risico op resistentieontwikkeling en/of het specialistische indicatiegebied, dienen onderstaande middelen uitsluitend te worden voorgeschreven na overleg met een arts-microbioloog, internist-infectioloog, of kinderarts-infectioloog.
  • Dit geldt voor zowel de toepassing als profylaxe en als behandeling van infecties, evenals middelen die empirisch worden gestart of na kweek/resistentiebepaling, tenzij deze worden toegepast conform lokale richtlijnen/protocollen.
  • Indien een geneesmiddel ontbreekt in onderstaande lijst maar niet voorschrijfbaar/regulier beschikbaar is binnen het UMCU, dient toepassing eveneens uitsluitend plaats te vinden na overleg. Betrek hierin ook de dienstdoende apotheker.
  • Noteer altijd de indicatie, werkdiagnose en een stop- of revisiedatum in het patiëntendossier.

Antibacteriële middelen

  • Carbapenems (meropenem, imipenem/cilastine, ertapenem)
  • Cefalosporinen, incl. combinaties met beta-lactamaseremmer (ceftaroline, cefiderocol, ceftazidim/avibactam, ceftolozaan/tazobactam)
  • Chinolonen (moxifloxacine, levofloxacine, norfloxacine, ofloxacine)
  • Chlooramfenicol
  • Clofazimine
  • Fidaxomycine
  • Glycopeptiden (teicoplanine)
  • (Glyco)lipopeptiden (daptomycine)
  • Monobactam (aztreonam)
  • Oxazolidinonen (linezolide)
  • Piperacilline-tazobactam
  • Polymyxines (colistine)
  • Rifamycines (rifampicine, rifabutine, rifaximine)
  • Tigecycline

 

Antifungale middelen

  • Amfotericine B (liposomaal en conventioneel)
  • Echinocandinen (micafungine, anidulafungine, caspofungine)
  • Flucytosine
  • Isavuconazol

 

Antivirale middelen

  • Cidofovir
  • Famciclovir
  • Foscarnet
  • Letermovir
  • Remdesivir
  • Ribavirine
  • Zanamivir

 

Versie: 20-09-2022 (datum goedkeuring antibioticacommissie UMC Utrecht)